Wanneer partners de wettelijke samenwoning wensen te laten registreren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, dan heeft laatstgenoemde de bevoegdheid om de oprechtheid van de aanvraag te onderzoeken.
Naast een schijnhuwelijk kan er namelijk ook sprake zijn van een schijn van wettelijke samenwoning.
De ambtenaar van de burgerlijke stand zal bij ernstige twijfel tijdelijk weigeren het verzoek tot wettelijke samenwoning op te nemen in het Rijksregister, dit om de oprechtheid verder te onderzoeken. Tevens heeft hij de mogelijkheid advies in te winnen bij het Openbaar Ministerie.
Om al dan niet tot definitieve weigering van de wettelijke samenwoning over te gaan worden onder meer volgende factoren mee in rekening genomen:
- Leeftijdsverschil
- Nationaliteit van beiden
- Plaats van ontmoeting
- Duurtijd van de affectieve relatie
- Wonen zij al langer feitelijk samen
- Taalvaardigheden, kunnen zij eenvoudig met elkaar communiceren
- …
Wat vooral een vermoeden van schijn opwekt is de vraag of één van beiden door de wettelijke samenwoning een verblijfsrechtelijk voordeel bekomt.
Voormelde factoren kunnen dan worden aangewend om hetzij dit vermoeden van schijn te bevestigen, dan wel te ontkrachten.
Indien het verblijfsrechtelijk voordeel de énige intentie uitmaakt om de wettelijke samenwoning aan te gaan, dan zal het verzoek worden geweigerd. Blijkt het verblijfsrechtelijk voordeel één van de gevolgen te zijn van de wettelijke samenwoning, maar is het niet het énige voordeel dat men beoogt, dan kan het verzoek niet worden geweigerd.
Wordt er alsnog tot weigering overgegaan, dan kan beroep worden aangetekend bij de bevoegde rechtbank.
Zo oordeelde de familierechtbank te Dendermonde in een recent vonnis dat het verzoek tot wettelijke samenwoning ten onrechte werd geweigerd daar het verblijfsrechtelijk voordeel louter een gevolg was van de wettelijke samenwoning, doch niet de enige reden was waarom tot samenwoning werd overgegaan.
De rechter volgende onze argumentatie en besloot dat noch het leeftijdsverschil tussen de partners, noch hun verschil in afkomst voldoende waren om het verzoek af te wijzen. Evenmin was het voor de rechter van belang dat de partners elkaar buiten Europa, in het geboorteland van één van hen hadden leren kennen via een datingsite.
Uit de concrete feitelijke omstandigheden bleek dat het koppel wel degelijk de samenwoning wou aangaan uit affectieve doeleinden, en niet louter omwille van het verblijfsrechtelijk voordeel dat één van hen zou verkrijgen.
Werd uw verzoek tot wettelijke samenwoning ten onrechte afgewezen, en wenst u beroep aan te teken, dan kan u steeds bij ons terecht voor juridisch advies. U kan daarvoor een afspraak maken hetzij per mail via info@advocaten-leuven.be dan wel telefonisch op nummer +32 16 30 14 40.